Extra ondersteuning

Extra ondersteuning

 

Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, krijgen die in eerste instantie van de eigen leerkracht. Deze kinderen krijgen dan regelmatig extra uitleg en soms ook extra huiswerk.  De specifieke hulp wordt beschreven in een groepsplan. Als de hulp die de leerling nodig heeft buiten de gangbare leerstof gaat vallen, of als er sprake is van dyslexie of dyscalculie, krijgt het kind buiten de klas extra hulp van een leerkracht of onderwijsassistent. De ouders worden hiervan op de hoogte gesteld. Deze kinderen krijgen individueel of in kleine groepjes extra hulp, waarna ze soms werk meekrijgen om dat daar in de klas af te maken.

De school heeft in een apart document uitgebreid beschreven op welke manier invulling wordt gegeven aan Passend Onderwijs. Daarin staat o.a. welke vormen van ondersteuning de school kan bieden, en welke niet. Dit document heet het “School Ondersteunings Profiel”. Wie geïnteresseerd is, kan dit ondersteuningsprofiel opvragen bij de administratie.

 

Meer- en hoogbegaafden

 

Meer en hoogbegaafde leerlingen worden op de Koningin Beatrixschool uitgedaagd met extra materiaal. Leerlingen die in aanmerking komen voor een plusklas worden onder schooltijd, door een speciale leerkracht, een keer per week uit de groep gehaald. De kinderen gaan dan aan het werk met speciale leerstof van een uitdagender niveau. In de groepen zelf zijn deze leerlingen vaak sneller klaar met de “gewone” lesstof. Bovendien hoeven deze leerlingen vaak niet alle basisinstructie te volgen. De tijd die ze hierdoor over hebben, werken ze aan de lesstof die ze van de plusleerkracht gekregen hebben.

 

Onderzoek door de onderwijsbegeleidingsdienst

 

Ieder kind krijgt de ondersteuning die het nodig heeft. Soms kan de extra aandacht die een kind nodig heeft heel specifiek zijn. Het kan gebeuren dat de leerkracht of intern begeleider niet precies weet welke hulp gegeven moet worden. In dat geval kan het advies van een expert goed helpen. Dat kan gebeuren door observaties in de klas of het afnemen van een IPO- of PDO-toets. Als een kind onderzocht gaat worden, worden de ouders op de hoogte gesteld en gevraagd hun toestemming te geven.

De observaties en toetsen worden verzorgd door het HCO (Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding). Zo nodig kunnen zij een individueel psychologisch onderzoek doen. Het afnemen van zo’n onderzoek is altijd bedoeld om uw kind verder te helpen. Het is ook zeker niet zo dat een onderzoek bij het HCO automatisch betekent dat uw kind naar een andere school zou moeten. Heel vaak kan de eigen leerkracht met de gegeven adviezen weer verder.

 

Samenwerkingsverband en Passend onderwijs

 

Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs van start gegaan. Onder het motto ‘Ieder kind een kans’ werken in de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg en Rijswijk 27 schoolbesturen en een kleine 200 scholen samen aan een plezierige en succesvolle basisschooltijd van ruim 56.000 kinderen. De samenwerking in onze regio vindt plaats binnen Stichting Passend Primair Onderwijs Haaglanden (SPPOH).

SPPOH houdt zich in het bijzonder bezig met de ondersteuning van leerlingen, met hulp bij het leren. Zo veel mogelijk wordt uitgegaan van de mogelijkheden van de kinderen. Wat spreekt dit kind aan, welke (kleine) succesjes kunnen worden geboekt en hoe kan daar vandaag zo goed mogelijk op worden ingespeeld?

Passend onderwijs kijkt niet alleen naar de leerling. De mogelijkheden van de groep, de leerkracht, de school en de ouders zijn net zo goed bepalend voor plezier en succes. Passend onderwijs is dan ook meer dan het regelen van extra ondersteuning in de vorm van arrangementen en toelaatbaarheidsverklaringen. Een goede samenwerking van de schoolbesturen, scholen, professionals, ouders en externe partijen moet voor ieder kind leiden tot de best passende combinatie van onderwijs, ondersteuning, opvoeding en waar nodig zorg, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij huis.

Alle scholen die bij SPPOH zijn aangesloten, bieden een vast en stevig pakket van basisondersteuning. Dat betekent bijvoorbeeld dat alle scholen goed hebben nagedacht over het pedagogisch klimaat op school, dat de leerkrachten hun werkwijze iedere dag weer goed afstemmen op de (individuele) kinderen in hun groep, dat de school weet wat nodig is bij dyslexie of bij sociaal-emotionele vragen en dat de school samenwerkt met het Centrum voor Jeugd en Gezin. En nog veel meer.

Voor een klein gedeelte van de leerlingen (zo’n vijf procent) is meer ondersteuning nodig, soms in combinatie met zorg. Vaak kan die extra ondersteuning worden gegeven op de school waar de leerling zit of wordt aangemeld. De school bepaalt in overleg met de ouders hoe die ondersteuning het beste kan worden gegeven en kan daarvoor extra middelen aanvragen bij SPPOH. Vroeger heette dit een rugzakje. Omdat extra ondersteuning op basis van de ondersteuningsbehoefte van de betreffende leerlingen uniek is, en elke aanvraag daarom anders zal zijn, spreken we voortaan van een “arrangement”. We arrangeren als het ware iets wat speciaal voor dit specifieke kind nodig is.

Soms is het niet haalbaar om de extra ondersteuning op de eigen school te organiseren en wordt er voor de leerling een lesplaats in het speciaal (basis)onderwijs of op een andere basisschool georganiseerd. De school vraagt in zo’n situatie, in overleg met de ouders, een toelaatbaarheidsverklaring aan bij SPPOH. Het is dus niet zo dat met de komst van passend onderwijs de scholen voor speciaal basisonderwijs of voor speciaal onderwijs worden afgeschaft!

Binnen passend onderwijs hebben scholen de zorgplicht. Wanneer een leerling bij een school wordt aangemeld, gaat de school binnen zes weken na of zij de leerling een passende onderwijsplek kan bieden. Wanneer extra ondersteuning voor de leerling nodig is, probeert de school deze te organiseren. Wanneer dat niet haalbaar is, zorgt de school ervoor, in overleg met de ouders, dat een andere school de leerling wel inschrijft. Alleen wanneer de school geen plaatsingsruimte heeft of de ouders zich niet kunnen verenigen met de wijze waarop de school vormgeeft aan haar identiteit, telt de zorgplicht niet. Van ouders wordt wel verwacht dat zij bij aanmelding de school zo goed mogelijk informeren over de situatie van hun kind.

SPPOH heeft de samenwerking van de scholen georganiseerd in tien kleinere werkgebieden: acht stadsdelen en de gemeentes Leidschendam-Voorburg en Rijswijk. Binnen die werkgebieden werken de scholen onderling samen en vindt nauwe samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin plaats. In elk werkgebied is een school voor speciaal basisonderwijs.

SPPOH probeert extra ondersteuning zo veel mogelijk in de eigen omgeving van de leerlingen te organiseren. Het is de bedoeling dat ouders en school als partners samenwerken, als het gaat om de zorg of extra ondersteuning rond een leerling. Dat maakt de kans op succes voor de leerling veel groter!

Iedere school heeft een schoolondersteuningsprofiel (SOP). In het SOP hebben we als school beschreven hoe de ondersteuning aan leerlingen binnen de school is georganiseerd. Deze ondersteuning bestaat uit twee delen: de basisondersteuning van de school en de extra ondersteuning die een school biedt voor leerlingen die meer nodig hebben. De extra ondersteuning wordt geboden in samenwerking met het samenwerkingsverband.  Download hier het schoolondersteuningsprofiel.

Voor meer en uitgebreide informatie over Passend Onderwijs verwijzen wij u naar de website van SPPOH: www.sppoh.nl

Andere interessante sites zijn: www.passendonderwijs.nl

Het centrale informatiepunt rond de invoering van Passend Onderwijs van het ministerie van OCW: www.steunpuntpassendonderwijs.nl